We maken even kennis met (vanaf nu onze held) Mark Slats uit Nederland die dit klusje solo gaat klaren (live te volgen via ybtracking.com of de app van yb races (IOS) of tracker). Op moment van schrijven ligt Mark Slats (Row 4 Cancer) 3de overall (!!!) en eerste van de 8 solo roeiers en moet hij nog 1862 mijl roeien. De tijd vliegt en voor we het weten is er een redelijk goed weergat om te vertrekken naar de Cabo Verde. Stress is een groot woord, maar we hebben na alle ontspanning wel even werk om de voorraad eten weer aan te vullen, de boot vertrek klaar te maken, een nieuwe telefoon te kopen want beide oude hebben het begeven en zijn ook door een handige jongen hier niet te repareren. 15 December worden we al vroeg “uitgezwaaid” door Karin en Petra die lekker gaan wandelen en ons, ons ding laten doen en op moment van vertrek staan daar natuurlijk Jaqueline en Peter. Onze eerste lange oversteek, de lastigste of moeilijkste als we ervaren zeilvrienden en meerdere medevertrekkers moeten geloven. De Antwerpse zeeziekte pillen heb ik tijdig ingenomen en we zijn klaar voor vertrek. Toch voelde het de dagen ervoor spannender dan nu we eenmaal op weg zijn. Er staat een mooie bakstag wind van 12 knopen en we kunnen met 2 rifjes in het grootzeil en de uitgeboomde genua met 1 tot 2 rifjes heel mooi 5 knopen snelheid houden zonder al te schuin te liggen. We rollen wel veel, toch alles bij elkaar is het goed te doen. De volgende dag komen we in het voorspelde windwak terecht, dat helaas met ons mee beweegt en zo nog 24 uur langer duurt dan voorspelt. De motor zetten we bij (1900 toeren) om 4,5 a 5 knopen te kunnen blijven varen, wetende dat er een behoorlijke hoeveelheid wind aan gaat komen. De dag komen we door kijkend naar dolfijntjes die wel een uur lang om de boot zwemmen, vissen, Kees vangt opnieuw een tonijntje, nieuwe recepten uitproberen (ceviche van de net gevangen tonijn, tip: spaanse pepers zijn echte pepers… ik was met 1 peper al zo royaal dat we de rest van het eten nauwelijks meer konden proeven), Marijntje schoonpoetsen als hij zijn fles melk na 5 minuten weer uitspuugt (zeeziek?), hem lekker laten spetteren in zijn badje in de kuip, eten klaarmaken, eten van Marijntje opruimen die zijn bakje omkeert en zo aangeeft geen trek te hebben (echt zeeziek…), bijkletsen met medevertrekkers over de SSB zender (korte golf zender) en dat alles terwijl we steeds verder wegvaren van de bewoonde wereld. Als het bedtijd is voor Marijn probeer ik ook wat te slapen want straks begint het wachtlopen (op proef 4 uur op, 4 uur af, maar na 2 dagen toch gewoon weer 3 om 3). De wind trekt geleidelijk aan tot 20 knopen bakstag (bij elkaar dus meer dan 25 knopen), de golven worden langzaamaan steeds wat hoger (zo’n 2,5 meter) en we houden een snelheid van 5 a 6 knopen met uitschieters naar 7,5. Het meest spannende van de dag is dat we in de avond niet al te ver voor ons op het water lichtjes zien, terwijl het AIS (automatic identification system) alarm niet is afgegaan en het schermpje van de AIS leeg is. De radar die we als snelle check gebruiken ziet het bootje wel. De AIS is hier in niemandsland een must have, iets waar wij bijna blind op vertrouwen en het is dus schrikken als er plots een boot voorlangs gaat met onduidelijke lichtvoering, zonder. Naarmate we nog meer dichterbij komen blijkt het een vissersboot die waarschijnlijk zijn visplek niet openbaar wil maken, maar ons duidelijk wel gespot had en keurig om ons heen is gevaren. Gevaar geweken, we kunnen door met al het andere wat we aan het doen waren. De dagen hierna zijn tot aankomst stabiel pittig, de wind blijft zo’n 20 knopen met regelmatig windstoten tot 25 knopen (tel onze snelheid erbij op en we cruisen naar de Kaap Verden met een windkracht 7), de